Risicomodel prioritering milieutoezicht

De risicoprioritering scoort bedrijven op basis van geobjectiveerd naleefgedrag, milieurelevantie en tijdsverloop sinds laatste controle. Hoe hoger een bedrijf staat op de lijst, hoe hoger de ingeschatte kans op overtredingen en de impact van eventuele voorvallen op mens en milieu.

Laatst gewijzigd op 26 november 2025 om 9:32 | Publicatiestandaard 1.0
Publicatiecategorie
Overige algoritmes
Impacttoetsen
Veld niet ingevuld.
Status
In gebruik

Algemene informatie

Thema

  • Natuur en milieu
  • Openbare orde en veiligheid
  • Ruimte en infrastructuur

Begindatum

01-2024

Contactgegevens

info@odbn.nl

Link naar publiekspagina

www.odbn.nl

Verantwoord gebruik

Doel en impact

Toezichtcapaciteit inzetten bij de bedrijven met de meeste milieurelevantie en waar naar inschatting meer kans is op overtredingen. Aanvullend wordt de werkplanning voor een groot deel automatisch gemaakt. De hierdoor vrijkomende capaciteit kan worden ingezet voor toezicht. Dit algoritme wordt gebruikt voor prioriteitstelling van preventieve controles. Buiten dit model om worden ook controles uitgevoerd, bijvoorbeeld naar aanleiding van overlastklachten.

Afwegingen

Het algoritme zorgt ervoor dat meer informatie wordt meegenomen bij het bepalen van de prioriteiten van het toezicht. Hierdoor worden keuzes beter geïnformeerd en objectiever gemaakt. De selectie van bedrijven gebeurt door de coördinatoren, in principe van boven naar beneden op de prioriteitenlijst. Soms wordt een bedrijf overgeslagen, maar dat gebeurt uitsluitend op basis van een inschatting van milieurisico’s. Toezichthouders hebben niet de vrijheid om zelf bedrijven uit het risicomodel te kiezen; zij voeren controles uit op de door coördinatoren geselecteerde bedrijven. Aanvullend kunnen coördinatoren het algoritme overrulen door handmatig een controle te prioriteren.

Menselijke tussenkomst

Toezichthouders controleren de hoogst geprioriteerde bedrijven die door de coördinatoren zijn geselecteerd en koppelen hun ervaringen terug. Deze terugkoppeling kan leiden tot bijstelling van het algoritme. Daarnaast worden de resultaten geanalyseerd en op basis van deze analyse wordt het algoritme verbeterd. In de werkprocessen is op diverse manieren ingebouwd dat van het model mag worden afgeweken, maar deze afwijkingen worden altijd door coördinatoren bepaald en gemotiveerd vanuit milieurisico’s.

Risicobeheer

Bewustwording creëren bij de gebruikers van het model van de (on)mogelijkheden van het model en er is sprake van peer-review met andere omgevingsdiensten die hetzelfde of een vergelijkbaar model gebruiken.

Werking

Gegevens

Voor het naleefgedrag wordt gekeken naar gegevens uit het eigen zaaksysteem en naar gegevens uit Inspectieview (externe bron).

Voor de milieurelevantie wordt gekeken naar gegevens uit het eigen zaaksysteem, het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen (externe bron), het SCIOS register (externe bron), het KIWA register (externe bron), de Kamer van Koophandel (externe bron), het BAG (externe bron) en de RVO energiebesparingsplicht (externe bron).

De tijd sinds laatste controle wordt uit het eigen zaaksysteem gehaald.

Technische werking

De tijd sinds de laatste controle wordt eenvoudig uit het eigen zaaksysteem gehaald. Voor het naleefgedrag en de milieurelevantie geldt dat uit de genoemde databronnen gegevens worden gehaald die iets zeggen over het naleefgedrag dan wel de milieurelevantie. Deze gegevens worden omgezet in variabelen die ieder hun eigen wegingsfactor hebben. Voor het naleefgedrag wordt bijvoorbeeld gekeken naar de resultaten uit voorgaande controles. Voor de milieurelevantie wordt o.a. gekeken naar het energieverbruik, het afgegeven afval en de milieucategorie.