Profiel (CJIB) Onbestelbaar retour (OBR) Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA)
- Publicatiecategorie
- Impactvolle algoritmes
- Impacttoetsen
- Veld niet ingevuld.
- Status
- In gebruik
Algemene informatie
Thema
Begindatum
Contactgegevens
Link naar publiekspagina
Verantwoord gebruik
Doel en impact
Het doel van dit algoritme is om potentiële risicoadressen te selecteren op basis van gerede twijfel en deze aan gemeenten te leveren voor nader adresonderzoek. Op basis van deze adresonderzoeken worden onjuiste adresgegevens gecorrigeerd, zodat overheidsorganen op basis van juiste informatie hun publieke taken kunnen uitvoeren.
Met behulp van het algoritme kun je prioriteit geven aan adressen waarbij de kans groter dan 50% is dat er iets niet klopt in de registratie en zorg je er tegelijkertijd voor dat je niet onnodig bij burgers aan de deur komt. Er is bij dit algoritme geen sprake van automatische besluitvorming. Er is altijd menselijke tussenkomst door de ambtenaar van de gemeente en het samenwerkingsverband van LAA, dat uit signaalleveranciers, RvIG, de VNG en de NVVB bestaat.
Als een onderzoek naar inschrijving van personen op het adres plaats gaat vinden, wordt er huisbezoek op het adres gedaan waarbij mogelijk de persoonlijke levenssfeer in het gedrang komt.
Op basis van het eigen adresonderzoek beslist de gemeente of het adresgegeven in de BRP moet worden aangepast. Tegen een beslissing van de gemeente kan bezwaar worden gemaakt.
In het profiel worden geen (persoons)gegevens gebruikt die tot discriminatie kunnen leiden en wordt niet geselecteerd op nationaliteit, geboorteplaats of afgeleiden daarvan.
Afwegingen
De juistheid van (adres)gegevens in de BRP is essentieel voor het functioneren van de Nederlandse overheid. Een overheid die haar burgers niet kent of niet weet te vinden, is niet in staat om de taken te verrichten die door de burgers aan haar zijn toevertrouwd. Het is in veel gevallen een randvoorwaarde voor het correct uitvoeren van wettelijke regelingen en voor de effectiviteit van overheidsbeleid. Voor de burger is een juiste registratie van belang voor zijn correspondentie met de overheid en om aanspraak te kunnen maken op adresgerelateerde overheidsvoorzieningen.
Het algoritme zorgt voor het efficiënt en zo effectief mogelijk vinden van adressen waar de kans van incorrecte inschrijvingen op adressen groot is. Met behulp van het algoritme kun je prioriteit geven aan adressen waarbij de kans op incorrecte inschrijving groter is dan 50% en zorg je er tegelijkertijd voor dat je niet onnodig bij burgers aan de deur komt. Als een adres voldoet aan de selectiecriteria van het algoritme, wordt het adres gedeeld met een gemeente. Naar aanleiding van het signaal kan de gemeente beslissen een adresonderzoek op te starten. Dit kan ook inhouden dat de gemeente een huisbezoek aflegt. Selectie van een risicoadres leidt niet automatisch tot een aanpassing van het adresgegeven in de BRP. Dat kan alleen als de gemeente daarvoor reden ziet na het doen van een eigen onderzoek. Er is bij dit algoritme geen sprake van automatische besluitvorming. Er is altijd menselijke tussenkomst door de ambtenaar van de gemeente en het samenwerkingsverband van LAA, dat uit signaalleveranciers, RvIG, de VNG en de NVVB bestaat. Tegen de beslissing van een gemeente om het adresgegeven te wijzigen in de BRP kan bezwaar worden gemaakt.
Menselijke tussenkomst
Het profiel wordt regelmatig geëvalueerd met het oog van RvIG en gemeenten op de vraag of het nog werkt, aangepast moeten worden of het zijn effectiviteit heeft verloren en niet meer gebruikt moeten worden. Op die manier wordt getracht de privacy impact op de Nederlandse burger zo klein mogelijk te houden. Er is geen sprake van automatische besluitvorming. Algoritmes zijn een middel en zijn niet leidend. De beoordeling en beslissingen worden uiteindelijk altijd door mensen gedaan. Voordat de gemeente overgaat tot aanpassing of wijziging van het BRP-adres doet zij altijd nog een eigen adresonderzoek. Van automatische besluitvorming is dan ook geen sprake.
Risicobeheer
De persoonlijke levenssfeer komt mogelijk in het gedrang, door het verwerken van persoonsgegevens en het afleggen van een huisbezoek door gemeenten.
Wettelijke basis
Op grond van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP) mag de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties persoonsgegevens verwerken voor het maken en toepassen van algoritmes. In de wet en daarop gebaseerde regels is opgenomen om wat voor persoonsgegevens het dan gaat. De minister mag dus niet zomaar allerlei persoonsgegevens verwerken. De wet en regelgeving stellen daaraan grenzen. Zo mag de minister geen persoonsgegevens verwerken die zien op nationaliteit, geboorteplaats of gegevens die daarvan zijn afgeleid en die discriminatoire selectie van personen tot gevolg heeft. De minister mag ook geen strafrechtelijke gegevens verwerken.
Bij het maken van algoritmes wordt ook rekening gehouden met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
RvIG voert namens de minister de taak uit om persoonsgegevens te verwerken voor LAA.
Links naar wettelijke basis
Werking
Gegevens
CJIB-gegevens zoals de periode waarin het poststuk onbestelbaar retour (OBR) is gekomen, adresgegevens van OBR, Burgerservicenummer (BSN) van de betrokkene, Datum geeft aan wanneer het poststuk naar de betrokkene is gestuurd, De datum waarop het poststuk onbestelbaar retour (OBR) is gekomen, Het aantal maal dat van de zaak het poststuk totaal onbestelbaar retour (OBR) is gekomen, Het unieke nummer dat het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) aan de zaak geeft. Het is nodig voor de terugkoppeling CJIB
De gegevens van de Basisregistratie personen (BRP) zoals aantal ingeschrevenen op een adres en de gegevens van de Basisregistratie adressen en gebouwen (BAG) zoals woonoppervlakte per adres en de functie en status van het adres.
In regelgeving staat welke gegevens we mogen gebruiken bij het algoritme. Gegevens die niet worden genoemd, mogen we dus niet gebruiken. Ook gebruiken we geen (persoons)gegevens die tot discriminatie kunnen leiden. We selecteren niet op nationaliteit, geboorteplaats of afgeleiden daarvan.
Technische werking
Het model maakt gebruik van een eenvoudige beslisboom. De selectieregels zijn bepaald op basis van analyses en domeinkennis binnen RvIG in samenspraak met gemeenten. Door het CJIB pregeselecteerde gegevens worden in algoritme van RvIG gebruikt als ingangsgegevens. Deze gegevens worden geleverd aan het Informatieknooppunt (IKP). Het model, die IKP toepast, maakt gebruik van een eenvoudige beslisboom op basis van selectiecriteria. In de eerste stap worden alle adressen die volgens de BAG “celfunctie” hebben verwijderd. Daarna worden adressen die in de voorgaande 365 dagen aan de gemeenten zijn geleverd verwijderd. Vervolgens controleert het IKP op basis van actuele informatie uit de BRP en BAG of de adressen nog steeds voldoen aan de selectiecriteria van het profiel. De overgebleven adressen worden verder verfijnd op basis van rekenregels die ontwikkeld zijn vanuit praktijkervaring en in het verleden behaalde resultaten. Adressen die een relatief lage kans op een incorrecte inschrijving hebben worden verwijderd. Adressen met een relatief hoge kans op een incorrecte inschrijving worden aan de gemeente geleverd. De gemeente beslist zelfstandig per geleverd adres of een adresonderzoek wel of niet noodzakelijk is. De gemeente deelt de resultaten van haar LAA-werkzaamheden met het IKP. Deze resultaten worden geanalyseerd en in overleg met de domeinexpert gebruikt voor de verdere verfijning en uitsluiting van adressen.