Terug naar alle algoritmes

Directive on Administrative Coorperation-6 (DAC6)

Op deze pagina vindt u informatie over het algoritme ‘Directive on Administrative Coorperation-6’. Dit algoritme helpt medewerkers van de Belastingdienst bij het toezicht houden op DAC6-meldingen, die bij de Belastingdienst binnenkomen in het kader van deze Europese richtlijn.

Laatst gewijzigd op 13 mei 2024 om 11:58 | Publicatiestandaard 1.0
Publicatiecategorie
Impactvolle algoritmes
Impacttoetsen
Veld niet ingevuld.
Status
In gebruik

Algemene informatie

Thema

Overheidsfinanciën

Begindatum

Veld niet ingevuld.

Contactgegevens

algoritmeregister@belastingdienst.nl

Link naar publiekspagina

https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/intermediairs/content/mandatory-disclosure-rules-dac6

Link naar bronregistratie

https://over-ons.belastingdienst.nl/onderwerpen/omgaan-met-gegevens/algoritmeregister/

Verantwoord gebruik

Doel en impact

In 2018 heeft de Europese Commissie de richtlijn DAC6 (‘Directive on Administratieve Cooperation’) aangenomen. Deze richtlijn is bedoeld om de samenwerking tussen de lidstaten van de Europese Unie te stimuleren op het gebied van ongewenste belastingontwijking. In Nederland is deze richtlijn opgenomen in de Wet op Internationale Bijstandsverlening bij de heffing van belastingen (WIB). Hiermee is een meldingsplicht ingevoerd voor het melden van ‘grensoverschrijdende constructies’ door met name intermediairs, bijvoorbeeld belastingadviseurs, advocaten of accountants.


Kijk voor meer informatie over de DAC6 richtlijn.

https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/intermediairs/content/mandatory-disclosure-rules-dac6


Er worden circa 1.000 meldingen per jaar verwacht waar één of meerdere Nederlandse belastingplichtigen bij betrokken zijn. Ook is er een veelvoud hiervan ontvangen over constructies die zijn geïmplementeerd in de periode 25 juni 2018 tot en met 31 december 2021. Het algoritme zet al deze meldingen in de volgorde van belangrijkheid. Meldingen met het grootste risico op belastingontwijking worden bovenaan gezet. Het uitvoeren van toezicht is met het algoritme efficiënter en effectiever.

Afwegingen

Er worden circa 1.000 meldingen per jaar verwacht waar één of meerdere Nederlandse belastingplichtigen bij betrokken zijn. Ook is er een veelvoud hiervan ontvangen over constructies die zijn geïmplementeerd in de periode 25 juni 2018 tot en met 31 december 2021. Het algoritme zet al deze meldingen in de volgorde van belangrijkheid. Meldingen met het grootste risico op belastingontwijking worden bovenaan gezet. Het uitvoeren van toezicht is met het algoritme efficiënter en effectiever.

Menselijke tussenkomst

Veld niet ingevuld.

Risicobeheer

Het algoritme is door de Belastingdienst ontwikkeld en wordt ook intern onderhouden. Er vindt periodiek een kwalitatieve evaluatie plaats van het algoritme. Zo kan worden beoordeeld of het algoritme verbeterd moet worden.


Het gebruik van de gegevens wordt getoetst aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De Belastingdienst voorkomt directe discriminatie met het algoritme door geen gebruik te maken van beschermde persoonsgegevens, zoals etnische afkomst. Wel worden de gegevens ‘country of residence’ en ‘tax resident’ verwerkt. Deze worden in het algoritme niet gebruikt als alternatief voor etnische afkomst.


Voor de ontwikkeling van algoritmes heeft de Belastingdienst voorwaarden opgesteld, een kwaliteitsframework. Hierin staan regels en afspraken die zijn gevolgd bij het ontwikkelen van het algoritme. De voorwaarden van de Auditdienst Rijk (ADR) zijn hierbij leidend. Bij wijzigingen in het algoritme controleert de Belastingdienst of het algoritme nog steeds aan de kwaliteitseisen voldoet.


Het gebruik van de betreffende gegevens is getoetst aan de relevante wetgeving.


De AVG en de WIB schrijven voor dat we niet meer gegevens mogen gebruiken dan noodzakelijk is. De Belastingdienst onderzoekt regelmatig of de gebruikte gegevens nog nodig zijn en dus gebruikt mogen worden. Is dit niet het geval, dan wordt het algoritme aangepast en worden deze gegevens ook niet meer gebruikt.


Het algoritme zet meldingen over personen en bedrijven in een specifieke volgorde. Deze volgorde wordt alleen in het beschreven proces gebruikt. Daarbuiten worden deze niet gebruikt, om te voorkomen dat er profilering plaatsvindt die niet is toegestaan.

Wettelijke basis

Het verzamelen en het gebruik van de hierboven beschreven gegevens is geregeld in de:

Links naar wettelijke basis

  • Algemene wet inzake rijksbelastingen: https://wetten.overheid.nl/BWBR0002320/
  • Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen (WIB): https://wetten.overheid.nl/BWBR0003954/
  • Wet Inkomstenbelasting: https://wetten.overheid.nl/BWBR0011353/
  • Wet op de Vernnootschapsbelasting: https://wetten.overheid.nl/BWBR0002672/
  • Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=celex%3A32011L0016
  • Richtlijn (EU) 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A32018L0822

Werking

Gegevens

  • Persoonsgegevens (adressen en relaties tussen natuurlijk personen, belastingplicht)

Basisregistratie Personen (BRP)

  • Bedrijfsgegevens (adressen en relaties, belastingplicht, fiscaalnummer)

Kamer van Koophandel

  • Financiële producten

Banken

  • Aangiftegegevens Inkomstenheffing (IH)

Belastingdienst

  • Toezichtgegevens (boekenonderzoeken)

Belastingdienst

  • Aangiftegegevens vennootschapsbelasting (VPB)

Belastingdienst

  • Meldingen en verklaringen omtrent DAC-6

Belastingdienst

Technische werking

Het algoritme bestaat uit beslisregels die zijn opgesteld in samenwerking met inhoudsdeskundigen. Er zijn algemene beslisregels en beslisregels die van toepassing zijn op een wezenskenmerk. Een wezenskenmerk is een kenmerk dat volgens de richtlijn wijst op mogelijke belastingontwijking. Hierbij wordt mogelijk naar de gegevens van naar meerdere belastingmiddelen tegelijk gekeken, bijvoorbeeld van de vennootschapsbelasting en de inkomstenbelasting. Het algoritme geeft op basis van de beslisregels elke melding een risicoscore. Voor elk wezenskenmerk worden de meldingen met de hoogste risicoscore gesignaleerd aan een medewerker van de Belastingdienst die de melding beoordeeld op de behoefte voor nader onderzoek. Naar aanleiding hiervan kan overgegaan worden tot vervolgacties, bijvoorbeeld het stellen van vragen aan de intermediair of het behandelen van de melding bij de beoordeling van een aangifte van de in de melding opgenomen belastingplichtige.


Het algoritme is niet zelflerend. Dat betekent dat het zich niet ontwikkelt tijdens het gebruik ervan.

Leverancier

Intern ontwikkeld