Referentieraming

Prognose van landelijke aantallen leerlingen en studenten in het Nederlandse stelsel van bekostigd onderwijs

Laatst gewijzigd op 8 oktober 2024 om 7:16 | Publicatiestandaard 1.0
Publicatiecategorie
Overige algoritmes
Impacttoetsen
Veld niet ingevuld.
Status
In gebruik

Algemene informatie

Thema

Onderwijs en wetenschap

Begindatum

04-2011

Contactgegevens

referentieramingen@minocw.nl

Link naar publiekspagina

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2024/04/24/referentieraming-ocw-2024

Verantwoord gebruik

Doel en impact

De Referentieraming laat de verwachte ontwikkeling zien van de aantallen leerlingen en studenten aan instellingen in het bekostigde onderwijs in Nederland. De raming dient primair als onderbouwing van de onderwijsbegroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).


Naast het onderbouwen van de begroting, wordt de raming gebruikt om recente en verwachte ontwikkelingen in het onderwijs te beschrijven. Het jaarlijkse rapport waarin de Referentieraming wordt toegelicht en www.ocwincijfers.nl zijn de belangrijkste producten hiervoor.


Tot slot wordt de referentieraming ook gebruikt als input voor andere ramingen. Voor een aantal van deze ramingen wordt data uit deze referentieraming tot en met 2070 geleverd. De belangrijkste gebruikers voor vervolgramingen zijn:

• de studiefinancieringsraming van OCW;

• instellingsprognoses van DUO;

• arbeidsmarktramingen van Project Onderwijs-Arbeidsmarkt door ROA;

• ramingen voor de arbeidsmarkt voor onderwijspersoneel door Centerdata;

• ramingen voor studentenhuisvesting door ABF Research;

• het Mobiliteitsbeeld van Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM).

Afwegingen

De Referentieraming is nauwkeurig genoeg gebleken voor de onderbouwing van de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Ook is de Referentieraming niet te complex: hierdoor kan een nieuwe raming in redelijke tijd worden berekend. Dit is belangrijk, omdat er slechts beperkte tijd is om de Referentieraming te maken. Tussen de ontvangst van de nieuwste data en het opleveren van de raming voor het doorrekenen van de begroting zitten enkele maanden. Een incorrecte raming kan echter leiden tot een tekort of overschot op de begroting van heel OCW.


Voor het opstellen van de Referentieraming wordt geen gebruik gemaakt van persoonsgegevens en worden geen individuele onderwijsloopbanen meegenomen. Er wordt slechts gebruik gemaakt van totale aantallen personen in de stromen van het onderwijs. Bijvoorbeeld: totaal aantal kinderen dat van groep 7 naar groep 8 ging.


Doordat de individuele onderwijsloopbanen niet worden meegenomen, zou het kunnen dat in de huidige raming waardevolle informatie wordt gemist. Een alternatief voor het huidige model zou bijvoorbeeld een microsimulatiemodel zijn, waarbij informatie over individuele leerlingen en studenten wel wordt meegenomen. Deze methode is echter complexer dan de huidige methode. Hierdoor is er meer computerkracht nodig, wat het proces trager maakt. Ook is er gedetailleerde data nodig, waarbij de kwaliteit van de data moeilijker te garanderen is. Complexer gedrag kan onderdeel zijn van een gedetailleerder ramingsmodel, wat de kwaliteit van de raming kan verbeteren. Het kost alleen ook meer tijd in het uitvoeren van de raming. Vanwege de tijdsdruk voor het opstellen van een nieuwe raming zijn deze kwetsbaarheden niet wenselijk.

Menselijke tussenkomst

Een van de meest waardevolle aspecten van het algoritme is de stuurbaarheid. Dit betekent dat de raming door een analist aangepast kan worden aan de hand van extra informatie en er rekening kan worden gehouden met verwachte ontwikkelingen in het onderwijs, zoals effecten van beleid en de invloed van werkloosheid op onderwijsdeelname.


Voor het sturen van de referentieraming wordt advies ingewonnen van onderwijsexperts. Op basis van hun advies wordt bepaald hoe en hoeveel er gestuurd moet worden.


Het maken van de referentieraming is een iteratief proces, waarbij na elke stap de uitkomsten worden geanalyseerd. Eerst wordt er een raming zonder sturingen gemaakt. Daarna worden een voor een sturingen toegevoegd. Bij elke stap wordt gecontroleerd of de sturingen onverwachte of onrealistische uitkomsten genereren.


Wanneer het iteratieve proces is doorlopen wordt de raming voorgelegd aan de zogenaamde CLR (Coördinatiegroep Leerlingenramingen). In de CLR zitten beleidsdirecties van het ministerie van OCW. Het zijn de beleidsdirecties van de verschillende sectoren (primair onderwijs, voortgezet onderwijs, etc.). Zij kijken kritisch naar de raming en geven advies aan de directeur Kennis van het ministerie van OCW om de raming vast te stellen.


Pas na vaststelling van de prognoses worden deze ook daadwerkelijk gebruikt voor de begroting van het ministerie.

Risicobeheer

  • Bij het maken van de raming wordt een 4-ogen check uitgevoerd. Dit houdt in dat 2 analisten afzonderlijk van elkaar met dezelfde afgesproken instellingen de raming maken. Vervolgens wordt er gecontroleerd of de resultaten hetzelfde zijn. Deze 4-ogen check is belangrijk om fouten tijdens het ramingsproces te voorkomen.
  • Voordat er wijzigingen worden doorgevoerd in de methodologie, wordt advies ingewonnen van de Begeleidingscommissie Leerlingen- en Studentenraming (BLS). Deze commissie bestaat uit experts van o.a. CBS, SCP, CPB en onderwijsorganisaties. De taken en samenstelling van de BLS zijn vastgelegd in een formeel instellingsbesluit, dat hier te vinden is: https://wetten.overheid.nl/BWBR0047356/2022-10-25.
  • De prognoses worden afgestemd met de Coördinatiegroep Leerlingenramingen (CLR). In de CLR zitten de beleidsdirecties van de verschillende sectoren (zoals primair onderwijs, voortgezet onderwijs, etc.). Dit zijn beleidsdirectie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Vanuit hun domeinkennis kunnen zij advies geven over de resultaten.

Wettelijke basis

Het opstellen van de begroting van het ministerie van OCW is een taak van algemeen belang. Zonder begroting zou het ministerie van OCW niet in staat zijn om op al haar manieren het publieke belang te dienen. In artikel 105, lid 1 van de Grondwet wordt beschreven dat een Rijksbegroting moet worden opgesteld. In artikel 2.5 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt beschreven dat een raming een vereist onderdeel is van de begroting. In artikel 15 van de WRO wordt beschreven dat basisgegevens uit het register onderwijsdeelnemers gebruikt mogen worden voor de begrotingsvoorbereiding door de minister. De gegevens in de onderwijsmatrix zijn allemaal afkomstig uit (de basisgegevens van) het register onderwijsdeelnemers en worden gebruikt om de raming te maken.


De onderwijsmatrix wordt door DUO gemaakt op basis van het register onderwijsdeelnemer (ROD). Het oorspronkelijke verzameldoeleinde van de gegevens in het ROD is het verstrekken van gegevens voor allerlei doeleinden, waaronder ook begrotingsvoorbereidingen vallen (zie WRO artikel 5). Het doeleinde van de verwerkingen van de onderwijsmatrix en referentieraming is de voorbereiding van de begroting.

Links naar wettelijke basis

  • Artikel 105 van de Grondwet: http://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0001840&hoofdstuk=5&paragraaf=2&artikel=105
  • Artikel 2.5 van de Comptabiliteitswet 2016: http://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0039429&hoofdstuk=2&paragraaf=2&artikel=2.5
  • Artikel 5 van de Wet register onderwijsdeelnemers: http://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0042012&hoofdstuk=2&paragraaf=2.1&artikel=5

Werking

Gegevens

  • De Bevolkingsprognose van het CBS: deze prognose bevat de verwachte aantallen geboorten, sterfte, immigratie en emigratie.
  • De onderwijsmatrices van de afdeling Informatieproducten van DUO: in de onderwijsmatrices staan de aantallen personen per stroom in, door en uit het onderwijs. De onderwijsmatrices zijn gemaakt op basis van de inschrijvingsdata van onderwijsinstellingen en geven inzicht hoe studenten en leerlingen in een bepaald jaar door het onderwijs zijn bewogen.
  • De werkloosheidsverwachting van het CPB. Dit wordt gebruikt om te schatten welk deel van de mbo-studenten een bolopleiding volgt en welk deel een bbl-opleiding.

Links naar gegevensbronnen

  • Bevolkingsprognose CBS: https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/statistische-trends/2023/bevolkingsprognose-2023-2070-minder-geboorten-meer-migratie
  • Macro Economische Verkenning CPB: https://www.cpb.nl/macro-economische-verkenning-mev-2024

Technische werking

De referentieraming wordt uitgevoerd met een leeftijdsafhankelijk doorstroommodel. Hiermee worden stromen van personen in, door, uit en buiten het onderwijs geraamd om tot verwachte, toekomstige aantallen leerlingen en studenten te komen.


Het uitgangspunt voor de referentieraming is de onderwijsmatrix. Deze vermeldt de aantallen personen die in, door en uit het onderwijs stromen. Hieruit worden overgangskansen, de kans dat iemand van het ene onderwijsniveau of leerjaar naar het andere gaat, afgeleid. De aantallen personen en kansen worden gebruikt om de stromen in de toekomst in te schatten.


Bijvoorbeeld: als 70 van de 100 vwo-6 leerlingen afgelopen jaar doorstroomden naar het wo, dan is de overgangskans 70% om van vwo-6 naar het wo te gaan. Stel dat het huidige aantal vwo-6 leerlingen 130 is, dan gaat het model ervan uit dat 70% daarvan (91 leerlingen) het volgende jaar naar het wo zullen gaan.


In de basis wordt de meest recente overgangskans gebruikt om de aantallen in de toekomst te schatten. Van een aantal overgangskansen wordt gekeken naar de trend van de afgelopen jaren. Het gaat hierbij om de kansen van de 'strategische overgangen'. Dat zijn overgangen tussen onderwijssoorten waarop beleidsveranderingen de meeste invloed hebben, zoals van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs en van het voortgezet onderwijs naar vervolgonderwijs. De overgangskansen voor deze stromen worden bepaald met extrapolatie op basis van de laatste 12 waarnemingen (jaren). Deze geëxtrapoleerde overgangskansen worden wel eerst geëvalueerd. Bij goede reden wordt afgezien van de extrapolatie van een bepaalde overgangskans.


De raming groeit mee met de bevolking in Nederland. Aan de hand van de bevolkingsprognose van het CBS wordt er rekening gehouden met het aantal geboorten en gecorrigeerd voor sterfte, immigratie en emigratie.


Voor meer informatie, zie paragraaf 5.1 van het publieksrapport op https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2024/04/24/referentieraming-ocw-2024