De informatievraag Naamgebruik in de BRP API Personen

Dit algoritme wordt binnen de BRP API Personen gebruikt om het naamgebruik in lopende tekst te leveren. Dit wordt toegepast in bijvoorbeeld een zin in een brief wanneer verwezen moet worden naar een andere persoon.

Laatst gewijzigd op 21 oktober 2024 om 10:49 | Publicatiestandaard 1.0
Publicatiecategorie
Impactvolle algoritmes
Impacttoetsen
DPIA
Status
In gebruik

Algemene informatie

Thema

Organisatie en bedrijfsvoering

Begindatum

2024-4

Contactgegevens

Info@rvig.nl

Link naar publiekspagina

https://www.rvig.nl/brp-api

Verantwoord gebruik

Doel en impact

Het doel van het algoritme is om gerichte informatie te verstrekken aan organisaties die gebruikmaken van de BRP (gebruikers), in plaats van losse gegevens die de gebruikers zelf moeten verwerken tot informatie. Het algoritme zet de losse gegevens om in informatie, op basis van regels. Die informatie wordt vanuit de centrale BRP verstrekt aan gebruikers, in plaats van de gehele set gegevens die nodig is om tot die informatie te komen. Hierdoor worden er minder gegevens verstrekt aan de BRP-gebruikers; hiermee wordt dataminimalisatie bereikt.


Naast dataminimalisatie kent de inzet van algoritmes in de BRP API's de volgende doelstellingen.

  • Het voorkomen van fouten bij het gebruik van BRP-gegevens, zoals een foutieve afleiding van de aanschrijfnaam op basis van losse naamgegevens, zodat de rechten van burgers zo goed mogelijk worden beschermd.
  • Meer transparantie voor de burger; de burger kan ook zien hoe de gegevens zijn gebruikt doordat de afleidingsregels openbaar zijn (de afleidingsregels die gebruikers van de BRP zelf toepassen zijn veelal niet bekend en verschillen bovendien per gebruiker).
  • Kostenbesparingen op de lange termijn:
  • doordat de gebruikers van de BRP geen kopiebestanden meer hoeven te beheren;
  • lagere aansluitkosten op de BRP voor gebruikers;
  • centralisatie van regels bij de verstrekker van BRP-gegevens, in plaats van implementatie bij vele gebruikers;
  • Het sneller en goedkoper doorvoeren van wijzigingen in de BRP vanwege maatschappelijke ontwikkelingen. Organisaties gebruiken nu zelf -ieder voor zich- regels om informatie af te leiden uit BRP-gegevens. Met de BRP API's gebeurt het afleiden van informatie uit BRP-gegevens centraal. Door de centralisatie van deze regels is de impact van een wijziging op aangesloten overheidssystemen veel kleiner dan nu.

Afwegingen

De inzet van het algoritme levert voordelen op omdat de centrale bewerking ervoor zorgt dat er minder (gevoelige) gegevens worden verstrekt aan de gebruikers. Dit zijn overheidsorganisaties, gemeenten en andere organisaties die een wettelijke taak uitvoeren. Door de inzet van het algoritme is er minder risico op onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens. En de negatieve gevolgen die kunnen ontstaan door datalekken worden beperkt. De informatievraag Leeftijd wordt gebruikt door organisaties die voor de uitvoering van hun processen alleen de leeftijd van de persoon nodig hebben, en niet de geboortedatum. 

Het enige alternatief voor het centraal bewerken van de persoonsgegevens door RvIG, is dat gebruikers de gegevens zelf – indien gewenst – bewerken tot informatie. Dat is de huidige praktijk. Dit betekent dat de gegevens uit de BRP eerst moeten worden verstrekt aan de gebruiker, waarna de gebruiker de gegevens zelf bewerkt tot informatie. Dit betekent een grote inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de burger ten opzichte van de inzet van het algoritme, omdat er meer persoonsgegevens worden verstrekt dan met het algoritme zou gebeuren. Ook brengt dit met zich mee dat iedere gebruiker zelf ‘rekenregels’ moet ontwikkelen om de gegevens – indien wenselijk – om te zetten in informatie. Dezelfde gegevens kunnen daardoor bij verschillende organisaties verschillende informatie opleveren. Bijvoorbeeld het wel of niet gebruik van een hoofdletter van het voorvoegsel bij de achternaam.

Menselijke tussenkomst

De algoritmes van de BRP API's beperken zich tot informatievragen en -antwoorden die meer feitelijk van aard zijn en op een gelijke wijze bruikbaar zijn voor alle gebruikers van de BRP. Het is aan de gebruiker om, afhankelijk van de situatie waarin de informatie gebruikt wordt, aanvullende informatie op te vragen. Artikel 2.7 van het experimentbesluit dataminimalisatie bevat een regeling over het doen van een terugmelding wanneer de gebruiker twijfelt aan de juistheid van de ontvangen informatie.

Risicobeheer

Het risico op fouten in de bewerking, waardoor onjuiste informatie wordt verstrekt aan de afnemer op grond waarvan verkeerde beslissingen worden genomen, wordt afgedekt door: 

  • De mogelijkheid om af te wijken van de verstrekte informatie;
  • Een procedure bij de verwerker, de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG), voor het melden van mogelijk foutieve informatie; 
  • Vooraf uitvoerig en gestructureerd testen.

Het risico dat controle en correctie door betrokkene moeilijker wordt omdat de verstrekte informatie per transactie worden gegenereerd, wordt afgedekt door:

  • De mogelijkheid voor de afnemer om af te wijken van de verstrekte informatie; 
  • Een procedure bij RvIG voor het melden van mogelijk foutieve informatie.

Het risico op herhaling van fouten in de bewerking doordat BZK niet bevoegd is om de basisgegevens op persoonslijst te corrigeren, wordt afgedekt door: 

  • De mogelijkheid voor de afnemer om af te wijken van de verstrekte informatie; 
  • Een procedure bij RvIG voor het melden van mogelijk foutieve informatie.

Het risico op wijziging van de rekenregels zonder dat de noodzakelijke procedures zijn gevolgd, wordt afgedekt door:

  • Het hanteren van standaardprocedures bij het toevoegen, wijzigen of verwijderen van rekenregels;
  • Het volgen van het regelgevingstraject.

Het risico op gefragmenteerde beoordeling van effecten van informatieverstrekking per afnemer wordt afgedekt door het maken van afspraken in het convenant.

Het risico op geautomatiseerde besluitvorming zonder menselijke tussenkomst wordt afgedekt door het maken van afspraken in het convenant.


Het restrisico wordt voor alle hierboven genoemde risico's ingeschat als LAAG.

Wettelijke basis

De Wet Basisregistratie Personen (BRP) biedt de grondslag/kaders voor de opname (en bijhouding) en verstrekking van persoonsgegevens (Hoofdstuk 2 en 3 van de Wet BRP). De Wet BRP biedt zelf geen grondslag om gegevens te bewerken tot informatie die tot een persoon herleidbaar is. Wel biedt de Wet BRP in artikel 4.16a de mogelijkheid om bij algemene maatregel van bestuur (AMvB) tijdelijk van bepalingen in de Wet BRP af te wijken met het oog op dataminimalisatie-. Van deze mogelijkheid wordt gebruikgemaakt met het Besluit experiment dataminimalisatie BRP: deze AMvB biedt in samenhang met de Wet BRP de grondslag voor bewerking en verstrekking van informatie. Het convenant is een voorwaarde om ofwel als college van B&W de API te mogen raadplegen om informatie binnengemeentelijk te verstrekken ofwel als gebruiker van de BRP (overheidsorgaan of derde) informatie verstrekt te krijgen.  

Links naar wettelijke basis

  • Experimentbesluit dataminimalisatie: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2024-96.html
  • Wet Basisregistratie Personen: https://wetten.overheid.nl/BWBR0033715

Link naar verwerkingsregister

https://www.avgregisterrijksoverheid.nl/verwerkingen/uitvoering-wet-basisregistratie-personen

Impacttoetsen

Data Protection Impact Assessment (DPIA): Opvraagbaar via info@rvig.nl

Werking

Gegevens

Voornamen

Voorvoegsel(s) geslachtsnaam

Geslachtsnaam

Adellijke titel of predicaat

Aanduiding naamgebruik

Geslacht

Voorvoegsel(s) geslachtsnaam partner

Geslachtsnaam partner

Adellijke titel of predicaat partner

Links naar gegevensbronnen

Logisch Ontwerp BRP: https://www.rvig.nl/lo-brp

Technische werking

Het naamgebruik in lopende tekst voor een persoon zonder adellijke titel of predicaat wordt samengesteld afhankelijk van het geslacht en de waarde van Aanduiding naamgebruik, waarbij geldt dat de naam wordt voorafgegaan door "mevrouw", "de heer" of de voorletters, afhankelijk van het geslacht. De naam wordt samengesteld uit naamcomponenten van de persoon en eventuele (ex)partner op basis van de aanduiding naamgebruik. Als de eerste naamcomponent direct na "mevrouw" of "de heer" begint met een letter, dan wordt die als hoofdletter weergegeven. Wanneer een naamcomponent geen of een lege waarde heeft, wordt de overbodige spatie niet opgenomen: niet starten met een spatie, niet eindigen met een spatie, geen dubbele spatie, geen spatie na streepje. Aanduiding naamgebruik "E" (eigen naam) wordt gehanteerd voor een persoon die geen actuele en geen ontbonden huwelijken/partnerschappen heeft gehad.

Voor overige situaties (adellijke titel, hoffelijkheidstitel, meerdere partners, ...) zie: https://github.com/BRP-API/Haal-Centraal-BRP-bevragen/tree/master/features/bevragen/persoon/adressering/gebruikinlopendetekst

Leverancier

Intern ontwikkeld

Link naar broncode

https://github.com/BRP-API/Haal-Centraal-BRP-bevragen/tree/master/features/bevragen/persoon/adressering/gebruikinlopendetekst

Soortgelijke algoritmebeschrijvingen