Berekenen detentietermijnen

De rechter legt iemand een straf of maatregel op. De Dienst Justitiële Inrichtingen voert die straf of maatregel uit. Met dit algoritme rekenen we uit tot wanneer iemands straf of maatregel duurt. Daardoor weten we hoe lang iemand bij De Dienst Justitiële Inrichtingen moet zitten. In dit Algoritmeregister wordt een deel van het proces berekenen detentietermijnen beschreven. Namelijk dat deel van het proces dat door het algoritme wordt ondersteund.

Het uitrekenen van de einddatum van een straf of maatregel gebeurt volgens bepalingen uit de wet. Deze bepalingen zijn verwerkt in het algoritme. Daardoor worden de bepalingen uit de wet meegenomen bij het uitrekenen van de einddatum van een straf of maatregel. Dit algoritme zorgt ervoor dat bij de berekening geen menselijke fouten worden gemaakt. En een algoritme berekent de einddatum van een straf of maatregel sneller en preciezer dan een persoon.

De uitkomst van het algoritme wordt altijd nog door een medewerker gecontroleerd.

Het algoritme berekent de einddatum van een straf of maatregel volgens de wet. Het algoritme kan worden aangepast. Als bijvoorbeeld de wet verandert, wordt het algoritme aangepast. De Dienst Justitiële Inrichtingen heeft een zorgvuldige procedure voor het op tijd aanpassen en opnieuw testen van het algoritme wanneer wetten veranderen. Bijvoorbeeld door een uitvoeringstoets te doen op de veranderde wetgeving. Het aangepaste algoritme wordt door medewerkers gecontroleerd voordat het wordt gebruikt.

Gegevens uit het vonnis van de rechter waaronder iemands naam, strafrechtketennummer of vreemdelingennummer.

Het algoritme verwerkt executieopdrachten vanuit het Centraal Justitieel Incassobureau. Het algoritme wordt gebruikt als de einddatum van de straf of maatregel van een persoon moet worden uitgerekend. Een medewerker voert de gegevens van de executieopdracht in in het algoritme. Het algoritme rekent vervolgens de einddatum van de straf of maatregel uit. Het algoritme vraagt daarna of er voor dezelfde persoon nog een executieopdracht is. Als dat zo is, voert de medewerker ook die gegevens in in het algoritme. Het algoritme zet de executieopdrachten op volgorde van beoogde executie en rekent de einddata van beide detentietermijnen uit. Het algoritme vraagt daarna weer of er voor dezelfde persoon nog een opdracht is. Als dat zo is, bepaalt het algoritme de volgorde en berekent de detentietermijnen. Dat gaat zo door tot alle executieopdrachten verwerkt zijn. Het algoritme rekent ook uit op welke datum de voorwaardelijke invrijheidstelling van een persoon op zijn vroegst kan ingaan.